European peace treaties of the pre-modern era in data / Europäische Friedensverträge der Vormoderne in Daten (FriVer+)


Handelsvertrag von Kopenhagen

teiHeader
fileDesc
European peace treaties of the pre-modern era in data / Europäische Friedensverträge der Vormoderne in Daten (FriVer+) Handelsvertrag von Kopenhagen Digital edition according to TEI P5 TEXT+ Jaap Geraerts The transformation and enrichment of the data is done by Jaap Geraerts (IEG Mainz). The other members of the FriVer+ team are Fabian Cremer, Ines Grund, and Thorsten Wübbena (all IEG Mainz). The original data has been created by the team of scholars who were part of the Europäische Friedensverträge der Vormoderne project. This project was lead by Prof. Dr. Heinz Duchhardt and was based at the Leibniz Institute of European History in Mainz. Leibniz-Institut für Europäische Geschichte Mainz Universitäts- und Landesbibliothek Darmstadt http://lobid.org/organisation/DE-17 This file is licensed under the terms of the Creative Commons License CC-BY 4.0 (Attribution 4.0 International) Den Haag NA Den Haag NA, Findbuch: eadid/1.01.02/inventarisnr/12597.8 NADH, archief van de Staten-Generaal, inv.nr. 12597.8.
encodingDesc
The data in this XML file, originally created by the project Europäische Friedensverträge der Vormoderne online has been transformed in accordance with TEI P5 as part of the project Europäische Friedensverträge der Vormoderne in Daten (FriVer+)
profileDesc
niederländisch

standOff
listPerson
listPlace

Drucke

DUM VIII/1 S. 32-42 Link zum Druck auf gallica.bnf.fr

Transliteration

Secrete Casse. Denemarken Tractaet tusschen den Coningh van Denemarcken en Haer Ho[og] Mo[gende] over de vaert en tollen van de Ingeze- tenen van den Staet op en in de Landen van den Coningh van Denemarcken, gesloten tot Coppenhage den 15. Juny en ter Vergaderinge geexhibeert den 23 Juny 1701. Exhibitum den 23 Juny 1701 Alsoo’er van alle oude tijden tusschen de Koningen van Deenemarken ende Noorwegen etc. ter eenre ende de Hoog Mogende Heeren Staten Generael der vereenigde Nederlanden ter andere zijde Tractaten ende onderhandelingen sijn geweest tot vast- stelling van een seekeren voet, volgend dewelke de Onderdanen van wedersijden, ende principalijck de ingesetenen vande Nederlandse Provincien Haere Commercie op de respective Rijken van Deenemarken ende Noorwegen, ende andere Landen ende Furstendom- men vande Hoogstgedagte Koningen, als oock door de Zont, met vrugt en voordeel souden konnen drijven ende voort setten ende den Aldir Doorlygtigsten Groet- magtigsten Konink en Heer, Heer Frederick de vierde Konink van Deenemarken ende Noorwegen der wenden ende Gotten, Hertog van Schleswijk, Holsteijn, Stoermarn en Dithmarsen Graaff Graaff van Oldenburg en Delmenhorst etc., en de Hooggemelte Heeren Staten Generael der vereenigde Nederlanden nu als noch (niet min genegen sijnde het wel sijn ende nut van Hare respective Onderdanen soo veel mogelijck te bevorderen :) in soo loffelijken gebruijk hebben willen continueeren, soo sijn van wegen Hoogst gedagte Sijne Koninklijcke Majesteijt gecommittert de Hoog geboren, ende Hoog en wel Geboren Heeren, Heer Conrad, Graaff van Reventlauw Heer van frisenwaldt, Loijstrup, Callöe en Clausholm, Ridde[r,] Geheijme-Raad en Groot Cancelier van Sijne Konin[k-] lijke Majesteijt; de Heer Christian Siegfried von Plessen, Heer tot Parin en Hoijkendorff etc. Ridder en Geheime Raad van Sijne Koninklijke Majesteijt; de Heer Knudt Thott Heer tot Kundstrup en Gavnöe, Ridder, Geheime Raad en Gedeputeerde over de financien van Sijne Koninklijcke Majesteijt; de [H]eer Christian van Lenthe, Heer tot Sarlhausen, Ridder, Geheime Raad en Over-Krijgs Secretaris van Sijne Koninklijke Majesteijt; en de Heer Christian von Sehestedt, Over Secretaris en Estats Raad van Sijne Koninklijke Majesteijt; En van wegen Hoogstgemelte Haer Hoog Mogende de Heer Robert Goes, Heer van Bouckhorstburg etc. Resident van Haere Hoog Mogende bij bij Hoogstgedachte Sijne Koninklijcke Majesteijt, om aengaende de voorschreve vaert principalijk op Deenemarken ende Noorwegen, mitsgaders op andere Landen ende fursten- dommen van Hoogstgemelte sijne Koninklijke Majesteijt als oock door de zont, en speciaelijk over de Tollen die aldaer souden moeten werden betaelt, in der minne te convenieren; gelijk deselve Heeren (nae Communicatie ende exhibitie van wedersijts volmagten, inden naem ende van wegen Haere Hooge Principaelen sijn geconvenieert in manieren als volgt. Art. 1o Eerstlijk sal tusschen Sijne Majesteijt en desselffs Koningrijken, vorstendommen, Landen ende Onderdanen aende eene zijde, ende de Hoog Mogende Heeren Staten Generael, Haere Provincien Landen ende Onderdanen aende andere zijde, allenthalven soo te water als te Lande een opregte ende bestendige vrindschap ende nabuurschap gehouden, ende gepleegt worden, den een den anderen getruwelijk meijnen ende mit wat tot des anderen nadeel oft schade strecken mag, nog door hem sulfs oft door quade practiquen van anderen uijtwerken, maer veel mer elkanderen voordeel soo veel doen- lijk bevorderen, met dat verstand dat door dese Conventie de Tractaten die Sijn Koninklijke Majesteijt en Haer Hoog Mog[ende] met andere Koningen, Republijcquen, Princen ende Potentaten hebben gemaekt (den inhoud van dit Tractaet niet contrarierende) niet sullen gederogeert ofte geprejudiceert werden. werden. 2o Den Toll inden orizond sal vande Ingesetenen der vereenigde Nederlanden, conform de Letter van het Christi- anopels Tractaet inden Jaere 1645 gemaekt, en volgens de Lijst ofte Toll-rolle doenmaels geaccordeert, oock met weder- sijts handteekeningen ende zegels voltrocken, ende welk Toll-rolle mits desen wert gerenoveert, ende aen het eijnde desen is geinsereert, voortaen voorden tijt van twintig agter een volgende Jaeren te reekenen van den dag vande uijtwisselin- ge der ratificatien van het jegenwoordige Tractaet, geheven ende betaelt werden, welverstaende dat de Lasten, maten en[de] gewigten van waaren ende Coopmanschappen welke volgen- den voorschreve Toll-rolle bij ’t Last, Maat off gewigt moeten betalen, sullen werden geconsidereert ende genomen op een en[de] de selve voet, als die wert gereekent ter plaetse daer die waaren, die vertollen, sijn geladen, Ende omme dat geen verschil sal vallen vande uijtreekeninge van wijnen, soo sal een vat Bourdeause wijn inde zond geestimeerd worden twee en vijfftig Rijxdaelders, en een vat Nantoise op vijf en veertig Rijxdaelders. Spaense wijnen aengaende een Pijpe Mallagaese of andere Spaense wijnen op vijff en veertig rijxdaelders, ende sal volgends dese tauxatie den tol betaeld werden nae de Christianopolse Tol-Lijste, dat is den dertigsten penning. 3o En 3o En wat aengaet de waaren off goederen die inde voor- schreve Toll-rolle van a[nn]o 1645 niet gespecificeert sijn, dat deselve den Orizondsen Toll nae Haare waarde sullen betalt en dat die waarde sal werden gereekent nae de plaetsen van waer deselve komen, en een van het Hondert van die waarde betaelt. 4o Naedemael in het 2. en 3. articul is gestipuleert op wat voet den Tol inden Orizond inde volgende twintig Jaeren sal geheven ende betaelt werden, soo sullen oock gedurende dien tijd geen andere bij tollen gehevengeheven: verbessert aus gegeven. nog eenige verhooginge geintroduceert werden, onder wat pretext het soude mogen wesen. En soo’er eenige mogten geheeven sijn sullen deselve cesseeren, en de Tollenaers, ende Tollschrijvers oock sig niet onderstaen de Schippers meer als sij nae uijtwijsen vande Letter van dit Tractaet schuldig sijn aff te dwingen, ofte voor het schrijven der Tol Cedullen ’t sij inde Rijken van Deenemarken en Noorwegen off inde Zont ijets meer te nemen als de Extracten uijt de respective ordonnantien van sijne Majesteijt op dat subject, beide aen het eijnde deses geinsereert expresselijk mede brengen. Op pœne dat die gene die desen contrarie sal komen te doen, metter daat sal verliesen sijn ampt ende bedieninge daerinne hij is, ende gedoogende, conniveerende, of aensiende dat sulx bij anderen anderen soude mogen werden gedaen, sal deselve voor de eerste mael van sijn ampt ende het inkomen daer toe staende, werden gesuspendeert, voorden tijt van drie maende[n,] voorde tweede mael voor den tijt van negen maenden, ende voorde derdemaal metter daat ende effectivelijk sijn ampt ende bedieninge verliesen. 5o Sullen oock de tolbedienden tot meerder gerief ende spoediger expeditie vande Schippers gehouden sijn op de orizondse Tol Camer te vaceeren alle werk-dagen, des Somers van Paesschen tot Michielij des voormiddags van ses uiren tot elff, ende des naermiddags van een uire tot seven. Des winters van Michieli tot Paesschen van acht uiren tot Elff, ende des naermiddags van een uire tot vier. Maer de buijten die tijt, off des Sondags ende andere heijlige dagen, om sij vande goede wind te bedienen, hare expedtien verlangen, sullen daer voor ein Rijxdaelder aenden armen geven sonder meer. 6o De uijtrekening vande Tollen sal in’t toekomend[e] door die, dewelke Sijn Majesteijt daer toe verordineert heeft, niet in een Somme of in’t gros, maer specifikelijk ende van ijder parthije goets in’t bijsonder gedaen, aende Schippers gegeven werden, ten eijnde daer uijt mag werden gesien of de Tollen conform de Letter van’t jegenwoordige Tractaet Tractaet gevordert werden. 7o De betalinge vande voorschreve Tollen sal moeten geschieden als van ouds gebruijkelijk is gewest met specie banco Rijxdaelders. Dog alsoo de neerlandse Schippers klagen dat de Tollenaers, insonderheijt in Noorwegen seer difficiel sijn in het ontfangen van deselve banco Rijxdalders onder pretext dat sij haer volle wigt niet houden en andere uijtvluchten, en daer door de Schippers meenigmael noodsaken deselve Rijxdaelders weerom te rug te neemen, en soe doende tweemael het perikul vande zee te lopen, sal sijne Maj[esteij]t ordonneren, dat de Tollenaers soo wel in Deenemarken als in Noorwegen sonder onderscheijt alle soorten van Rijx- daelders sullen aen nemen, die voor banco-rijxdaelders bekent sijn, ten ware dan dat men evidentelijk konde aenwijsen dat sij besnoeijt waren. En aengesien het oock bij verscheijde toevallen sou konnen geschieden dat de Schippers geen gelegentheijt vonden om Haer op haere reijs nae dese Rijken van banco-rijxdaelders te voorsien, off dat het perikul van de zee off vanden vijand te groot was om die over te voeren, sullen sij mogen volstaen met het betalen in Deense Croonen, mits gevende tot opgelt voor ijder rijx- daelder het geen waer over men nader ter goeder trou sal convenieren, nae dat men het regte onderscheijt tusschen de banco- banco-rijxdaelders en Deense Croonen, de ordinaris cours vande Wissel en andere circomstantien sal hebben geexamineert, en daerop ingenomen het sentiment van luijden hendes verstaende. 8o De waaren en Coopmanschappen eenmael inden Orizonde vertold, welke bij het blijven ofte aende grond raken vande Scheepen op eenige plaetsen aende Schoonse cust, het Cattegat, de Eylanden Anout off Lesouw, off elders daer omtrent, off wel de Oost zee ingezeijlt wesende genoodsaekt sijn de zond weder in te komen, sullen niet subject mogen werden gemaekt, om soo wanneer die voor de tweede reijs den Orizond in off uijtgaen, nogmaels den Orisondsen Tol off eenige andere ongelden te betalen sullende’t selve oock alsoo verstaen werden van Schepen die door Storm oft Contrarie wind genoodsaekt werden de Zond weder in te komen. 9o Sullen ook de Schepen welke van elders inden Orizond aenkomen, ’t sij om voor Storm off onweer een bequaeme see, off wel andersints in cas van Oorlog om Convoij te soeken, ende welke mitsdien het casteel van Croonenburg voorbij zijlen, om met te meer veijligheijd voor Elseneur te ankeren schoon sijde wille niet hebben van verder verder te gaen, niet mogen werden angesprooken off gemolesteert van den Orizondsen Toll. 10o Insgelijcx sullen oock de Nederlandse Schippers ingela- den hebbende waaren ende Coopmanschappen na Coppenha- ge gedestineert, angaende de Tol inde Zond op den selven voet getracteert werden als Sijne Majesteijts eijgene Onderdanen. 11o Het visiteren der Scheepen ende goederen den Ingesetenen der Geunieerde Provincien toebehoerende, ende doer de zond passeerende sal geduirende de voorgemelte Jaren inde Zond geen plaats hebben, ende de Schippers wanneer sij Hare opregte Convoij ende de pond Cedullen toonen, daer op geloost werden, ende sullen deselve wanneer sij daer nae hebben vertold sonder ophouden, ofte Molestatie passeeren, ook sonder te setten voor den drooge voor Coppenhagen. Edog soo wan- neer int toecomende wierde bevonden dat Sijne Koninkliljke Majesteijt door dese bewilliginge int Heffen van sijne Tollen met Lorrendraeijerije off bedrog sou werden verongelijkt, Soo sullen Haere Ho[og] Mo[gende] wanneer deselve daer van werden onder- rigt ende des versogt alle mogelijke middelen bedenken ende soo veel doenlijk ordre stellen dat sijne Koninklijke Majesteijt anders niet als wat recht ende billick is wedervaren moge. Haer Ho[og] Mo[gende] sullen oock bet te meerder precautie die ordre ordre stellen, dat de Commissen de visitatie hebbende gedaen in der selver Certificatien niet met Cijffer letters, maer met woorden het getal vande Paspoorten sullen uijtdrucken. 12o Verders sal het den Ingesetenen der vereinigde Nederlande vrij staen allerhande waaren ende Coopmanschappen, wat naem die oock souden mogen hebben, doer de zond onverhindert te voeren, Maer in tijd dat sijn Coninklijke Majesteijt van Deenemarken in Oorlog mogt[e] wesen, sullen sij sijne vijanden geen waeren van Contra bande toe voeren et sic vice versa. 13o Onder sulke waaren van Contrabande sullen alleen verstaan werden allerhande vuirwerken ande daer toe behoorende saeken als Canon, Musquetten, Mortieren, Petarden, Bomben, Granaten, Saurissen, Pek-Kranssen affuyten, fourquetten, Bandelieren, Polver, lont, Salpeter, kogels, pieken, degens, stormhoeden, helmen, Curassen, Helbaerden, Paerden, zadels, Holsters, Draegbanden, zeijlwerk, Touwerk, Pik, Teer en Hennif mitsgaders die tot de Equipagie ter zee ende den Oorlog te Lande dienen, sonder eenige verdere waeren van wat natuire die sijn daer onder te comprehenderen; Maer sal het wederseijts Onderdanen vrij staen deselve waeren nae vijanden vijanden Landen te mogen vervoeren ende van daer off te halen, uijtgesondert in ende nae belegerde Steden, fortressen, Casteelen ende Havenen. 14o Nederlandse goederen die in andere als Nederlandse Scheepen souden mogen ingescheept wesen, sullen vermogen de Zont vrij en onverhindert passeeren, mits betalen- de den Tol dewelke van Nederlandse goederen wert gegeven, dog dat sij met opregte Certificatien van de Neder- lantse off andere aen de Oost zee gelegene Steden bewijsen dat die goederen niemanden anders als Nederlantse inwoon- deren toebehooren. 15o Alle Nederlanders dewelke sig inde Oostersche Steden ophouden het sij voor Haer selfs off in Commissie ende factorie, wanneer sij haer eijgen ofte andere Neerlandsche inwoonders goederen in Scheepen doer de zont passeeren, deselve sullen even werden getracteert gelijk ander Onderda- nen der Geunieerde Provincien, Mitsdat sij met behoorlijke Certificatien vande Magistraet vande plaets daer sij resideeren bewijsen, dat dese goederen Haer off andere Neerlandse Ingesetenen toehoren. 16o Vorders sullen oock de Schepen inde vereenigde Nederlanden Nederlanden t’huijs horende, eenige waaren ofte Coop- manschappen inde Rijken van Sijne Majesteijt brengende, het sij dar deselve waaren ende Coopmanschappen gebragt werden directelijk uijt de eerste hand, ofte vande plaetse daer se sijn gevallen, dan niet off wel eenige waaren ofte Coop- manschappen uijt Sijne Majesteijts Rijken elders willende vervoeren, geen hooger off meerder tol betalen als de eijgen inwoonders ofte Onderdanen van Sijne Majesteijt, ende sal dienvolgende ook cesseeren de vier dubbelde Tol gelegt op waaren ende Coopmanschappen die niet uijt de eerste hand, off vande plaetsen daerse sijn gevallen, met Neder- landsche Scheepen in Sijne Majesteijts Rijken werden gebragt. Gelijk mede ophouden sal het verbot voor de Nederlandse Scheepen omme waaren ofte Coopmanschappen tusschen de Rijken van Sijne Majest[eij]t offte tusschen Provincien, Stiften ofte Steden te vervoeren, Gelijk mede sullen ophouden de voorregten ende immuniteijten en Exemptien aende soe genaemde Exemptions, ende dies- gelijke Scheepen, soo ten respecte vande Tollen die op het incomen ende uijtgaen werden betaelt, als ten opsigte vande Orizondse Tol, door Sijne Koninklijke Majesteijt geaccor- deert, ende sullen oock de ingesetenen van Sijn Konink- lijke Majesteijts Rijken ende Landen inde vereenigde Nederlanden geene Swaerder Tol ende Lasten betalen als als Haer Hoog Mogende eijge Onderdanen. 17 Indien de Onderdanen van Sijne Majesteijt off eenige andere Natien eenige verligtinge souden mogen hebben off nae deesen verkrijgen in Sijne Majesteijts Rijken an Landen, soo sullen de Ingesetenen der vereenigde Provin- cien het selve mede genieten (uijtgesondert de Tol vrijheit inde zont, die de Sweeden is toegestaen) ende indien oock de Onderdanen van Haer Ho[og] Mo[gende] off eenige andere Natien eenige verligtinge souden mogen hebben ofte verkrijgen inde vereenigde nederlande, soo sal het selve oock Sijne Majesteijts Onderdanen toegestaen werden. 18 Nederlandse Schepen den Tol in eenige Haven van Deenemark off Noorwegen betalt hebbende ende daer op gevisiteert sijnde gewoorden, sullen ingeene andere Haven het sij in Deenemarken off Noorwegen, soo wanneer daer niet laden off lossen gevisiteert werden, maer sullen vrij passeeren, maer om alle sluikerijen voor te komen, soo wert gestatueert ende vast gestelt, dat de voor- noemde Schippers Haere expeditie vanden Tollenaer ofte Tolbedienden bekomen hebbende, den wint dienende, sig aenstonts onder zeijlen inde ruijme zee sullen moeten begeven begeven, ten sij sulx hun door contrarie wint, off andere regtmatige beletselen, moget werden verhindert, ofte sij om op Convoij te wagten ofte uijt vrees voor Capers, langer genoodsaekt waren aen de plaetsen daer Sij Haere Ladinge hebben ingenomen te verblijven, ofte in andere Havens te moeten inlopen. Het selve were verstaen vande Scheepen van Sijne Coninklijke Majesteijts Onderdanen die in differente Havens van Haer Ho[og] Mo[gende] mogten komen te havenen. 19 De Oorlog Scheepen van Sijne Majesteijt ende Haer Hoog Mogende sullen den een des anderen sijne reede[n,] Stroomen, revieren, baijen en havenen ten allen tijden open sijn ende blijven, om daer inne en uijt te lopen, ende soo lange voor anker te blijven leggen als het de noodsaekelijk- heijt vereijscht, sonder gevisiteert te worden, ende sullen soo- haest de Capiteijnen van wederseijden aldaer aengekomen sijn, het selve aenden Gouverneur, ofte de Commandeerende officieren met reden sijner aenkomst ende verblijvens bekent maken, ende niet meerder als ses Oorlog-Schepen t’elkers ofte te gelijk aen een plaetse mogen komen, dog soo het nodig waer meerder getal nae de een off andere plaetsen te senden, soo sal sulx alvoorens behoorlijk aen Sijne Majesteijt ofte Haer Hoog Mogende (: op welke Revieren Revieren baijen ende Havens soodanige Scheepen komen), gevisiteert werden omme derselver goet vinden ende vergunstiging daer op te vernemen. 20 Gelijk ook sulke Scheepen soe lange sij aldaer verblijven, sig stil ende vriendelijk sullen moeten houden, soo als het onder Hooge Geallieerde betaemt, oock geen de minste hostiliteijt, tegen wie het ook is ondernemen, ook geene andere Schepen schoon sij ook haere vijanden waeren van daer uijt vervolgen, ten sij dan dat sij se eerst vier en twintig huuren hadden laten voor af gaen. 21 Sal ook de passage ende navigatie door de zont als ook de trafiq in Sijne Koninklijke Majes[teij]ts Rijken en Landen vrij en onverhindert blijven, ende derhalven bij continuatie mede cesseeren het verboth tegens den invoer van verscheijde waaren, Manufacturen ende Coopmanschappen bij ofte van wegen Sijne Maj[esteij]t voorheen geemaneert, en Sullen Sijne Coninklijke Maj[esteij]ts omderdanen reciproquelijk op deselve voet inde vereenigde nederlanden gehandelt worden. 22 Verders is verdragen ende geconvenieert dat binnen ses maenden nae de uijtwisselen vande ratificatie van het het jegenwoordige Tractaet tot onderling vermoegen ende satisfactie een exacte ende pertinente manier van metinge van deselve Schepen, die faciel en accuraet ende op de tegenwoordige frabriquenfrabriquen: so! applicabel is, uijt- gevonden sal werden, ende ondertusschen sal de metinge der Scheepen gereguleert blijven naar het geen deswegen inden Jaere 1669 is geconvenieert. 23 De hout lasten der Scheepen volgens de meetinge in het even voorgaende articul gearresteert begroot en uijtgevonden sijnde, heeft sijne Coninklijke Majesteijt belieft dat van die Schepen die met Haeren opregten ondergeschrevenen Maatbrieven voorsien sijn, ende hout uijt Noorwegen voeren, voordes Koninks Tol gevorder[d] ende betaelt sal werden, een en een agste rijxdaelders van ijder Last, sullende geen onderscheijt onder het hout het welke vergunt is om uijt te voeren wegens den Tol werden gemaekt, maer alles bij Lasten als nu even gemelt worden gereekent, sonder dat het daer en boven eenige andere tollen, ofte bij tollen, wat naem die oock mogen hebben, geduirende den tijt van dit Tractaet gevordert sullen moeten werden, ende derhal- ven oock metter daet sullen mogen cesseren ende ophouden alle bij-lasten, onder wat voorwendsel ofte pretext pretext het soude mogen wesen, ende de Tollenaers ende Tolschrijvers in Noorwegen soo wel als in Deenemarken sig exactelijk moeten reguleren naer’t geen articulo 4:o hier voren is ter neder gestelt. 24 Een Schip het welk hout geladen heeft mag wel op de hout havens andere waaren als Pik, Teer, huijden Talck (ofte het geint anders kan werden uijtgevoert) in- neemen, nochtans sal daer aff nae het stuk ofte gewicht volgens Sijne Koninklijke Majesteijts Toll-rolle in gelijkheijt van Sijne Majesteijts eijgen Onderdanen den behoorlijken Tolwerden betaelt; oock sullen soodanige Scheepen dewelke meer als houd in laeden, nopende de voorschreve andere waaren die sij daer nevens in nemen de visitatie, als billik, subject ende onderworpen sijn, al even wel sullen vande Taxatie van’t Schip soo veele Lasten afgetroeken werden als de goederen komen te belopen, dewelke buijten dien ende in’t bijsonder vertolt sijn. 25 In’t vorderen vanden Tol sal geen onderscheijt gemaekt werden, off de Schepen met den beste, slegste, ofte middelbarige soorten van hout waaren beladen mogten wesen, nog ten reguarde vandien ofte op presumptie dat se eenige eenige onvrije ofte verbodene hout waeren ingeladen mogten hebben, eenige visitatie, recherche, veel min retardement werden gedaen, Maer sullen alle de verbo- ne oft onvrije hout waeren aengehouden werden soo wanneer deselve om te laden buijten de Schepen werden gevonden boven het welk de ingesetenen der vereenigde Nederlanden onder geenderleij pretext ter oorsaek van dien eenige de minste molestie offte ongelegentheit aen hare personen ofte goederen toegevoegt sal mogen werden, maer sullen nae de betalinge van de hier voorgestelde Tol vrij ende onverhindert mogen vertreeken, ende haere reijse vorderen. 26 De Scheepen welke in het Koninkrijk Noor- wegen haere volle Laedinge in een Haven hebben ingen[o-] men ende aldaer respectivelijk ende voor soo verre bij de voorgaende 23. ende 24. Articulen is toegelaten sijn geveisiteert ende vertolt, sullen verder niet gevisiteert werden het sij in deselve, ofte wat Haven die oock mogten inlopen, maer sullen die Schippers toonende hunne Tol Cedullen, vrij passeeren; ende wanneer sij Haere Lading in verscheijde Havens innemen, sal in de Havens alwaer de Lading ingenomen wert, den inhouden vande boven geroerde drie en vierentwintigste[n] Articulen Articulen werden geobserveert. 27. De nederlandse Schippers en Coopluijden sullen in Noorwegen niet gedwongen werden deele off andere hout waaren van seekere luijden aen te nemen ofte kopen, maer het sal hun vrij staen deselve te koopen van wien ende waer’t hun best belieft. Dog sal de aflading niet anders mogen geschieden, als op sulke plaetsen die jegenwoordig actuelijk voor Lading Plaetsen werden gebruijkt, en hier nae nog verder tot Lading plaetsen bequaem gemaekt en gebruijkt sullen werden. 28. Ook sal het de Onderdanen vande vereenigde neder- landen toegelaten wesen in noorwegen allerhande soorten van hout, wat naam het selve mogte hebben, te handelen, ende uijt te voeren, uijtgesondert het geene Sijne Majesteijt tot deselfs particuliere off publik gebruijk soude mogen van noeden hebben; Soo nogtans dat in sulken cas het verbot van uijtvoer van soodanige noodwendigheden sal moeten wesen generael, ende niet particulier voor de Ingesetenen en Onder- danen der geunieerde Provincien, blijvende nogtans ’t geen in’t voorgaende 25. articul is ter nedergestelt in sijn volle kragt end valeur. 29. Boven 29. Boven de betaling vande voorschreve Tol sullen de Nederlandse Schepen die hout, ofte andere waeren in noorwe- gen geladen hebben niet beswaert werden met eenige onkosten die aldaer tot gerieff ende verseekeringe vande Scheepen souden mogen aengewent werden, ende sulx ook niet met eenige ring- gelden; ten ware de ringen aende klippen niet bij ofte van wegen sijne Majes[teij]t, maer alleen bij particuliere op haer eijgen kosten tot Commoditeijt vande Schepen souden mogen sijn gemaekt ende verder nog anders niet; Des dat de Schippers vande Schepen welke liever willen blijven leggen op de reed voor haer anker als de ringen te gebruijken, van de betalinge der voorschreve ring-gelden sullen sijn en blijven bevrijt, Ende dat onder de naem off titul van andere Commoditeijten ofte onder hoedaneg ander pretext het ook soude mogen wesen geen onkosten van wat natuir die oock souden mogen sijn, dewelke souden mogen werden aengewent tot Commodi- teijt ofte Conservatie der Schepen, t’haren laste gebraekt sullen mogen werden; maer dat aen deselve tot voortsettinge vanden Handel alle hulp bewesen, ende de noodige Commo- diteijten verschaft sullen werden sonder haer daer over met eenige uijtgift te beswaaren. 30 Dat oock voor Haven gelt vande Scheepen die op eenige ree ofte Havenen van Sijn Majesteijt komen off overwinteren overwinteren, niet meer sal mogen werden afgevordert als van Sijne Majesteijts Onderdanen nae de laatste Toll- rolle van a[nn]o 1691 wert gegeven, ende van gelijken sal het wesen met de Schepen van Sijne Majesteijts Onderdanen die in Harer Ho[og] Mo[gende] havenen in lopen. Ende sal geen Schip dat opde reede wil blijven leggen gedwongen worden in te lopen soo verre hij in behoorlijke distantie vande Casteelen sig onthout, maer die Scheepen die uijt noot gedwongen werden een Haven aen te doen, sullen maer de helft betalen, soo wanneer sij niet lossen oft laden. 31 Ismede tot voorkominge van alle onheijlen bij sijne Majesteijt belooft, dat in’t toecomende de tonnen, vuiren an baken, behoorlijk sullen onderhouden werden, ende soo daer ontrent eenige nalatigheijt is gepleegt, neemt Hoogstge- dagte Sijne Majesteijt op sig daer in behoorlijk te laten voorsien; Gelijk oock ist toegeseyt dat een nieuwe Ton opden Trindel met een klok daerop sal geleijt worden: Waer tegen het vuir en baekgelt geduirende dit Tractaet conform het vorige van a[nn]o 1647 te weeten vier rijxdaelders voor een geladen ende twee rijxdaelders voor een ballast- Schip als van outs sal betaelt werden; Maer alsmen eenige nieuwe vuiren ofte baeken begeere daerover sal men in’t bijsonder convenieeren. 32. De 32 De Privilegien ende geregtigheden der respective Steden inde vereenigde nederlanden, in het Spierse Tractaet vermelt, ende andersints bij de vorige Koningen van Deene- marken verleent, ofte bij Sijne Majesteijt van Deenemarken en[de] Noorwegen selfs voor desen uijtgegeven, sullen niet verstaen werden door dit Tractaet verkort off in eenigerleij manieren geprejudicieert te sijn, Gelijk oock met desen alle voorige Tractaten met den Staet gemaekt werden gerenoveert, soo verre deselve dit Tractaet niet contrarieeren. 33 De ratificatie van dit Tractaet sal te gelijk met die vande Defensive alliantie insgelijx op huijden geslooten hier tot Coppenhage uijtgewisselt worden, ende twee Jaeren voorde Expiratie van het selve sullen Sijne Majesteijt en Haer Ho[og] Mo[gende] door Hare Ministers wedersijts bij den anderen komen om te convenieren over de Prolongatie van ’t selve Tractaet. Aldus gedaen tot Coppenhagen de 15e Juny a[nn]o 1701. CGReventlow CSVPlessen. K: Thott C. von Lente C: Sehestedt. Art[icle] secret Aengesien’er in het 16. articul van het jegenwoor- dige Tractaet wel wert gesprooken van het doen ophouden de voorregten voorregten, immuniteijen en Exemptien vande soo genaemde Exemptions Schepen: Maer in het selve art[icu]l niets en wert gestatueert ten opsigt van het afschaffen der voorregten, immuniteijten, en exemptien vande soo genaem- de Defensions Scheepen, waerop Haer Ho[og] Mog[ende] egter niet minder instisteren als op die vande Exemptions Schepen: Heeft Sijne Majesteijt van Deenemarken bij dit Secrete articul sig vel willen verpligten, de gedagte voorregten, immuniteijten en exemptien van de welke de voorschreve Defensions Scheepen nu eenige Jaeren aenden ander hebben geproffiteert, Haer van nu aff aen te ontnemen en te doen ophouden; Dog ingevalle Haer Ho[og] Mo[gende] nae de Expiratie van het Commercie Tractaet het welk sij jegenwoordig met Sweeden hebben, aen deselve Croon de voorregten immuni- teijten en Exemptien vande Sweedse Defensions Scheepen op nieus quamen te cederen of conniveren, in sulken geval sullen soo wel Sijne Majesteijt als Haer Hoog Mogende desen aengaende wederom in Haer geheel sijn. Dat[um] ut s[upra]. CGReventlow CSVPlessen. K. Thott C. von Lente [5 Lacksiegel] C. Sehestedt.